Boomer bashen in tijden van corona

Het gekanker op babyboomers door millenials e.d. krijgt een frisse impuls in het corona tijdperk. Nu de kruitdampen van deze crisis enigszins opgetrokken zijn, kunnen we het slagveld van wat het teweeg heeft gebracht tussen de generaties scherper overzien. Het lijkt er niet vriendelijker op geworden.

Toen de jeugdcultuur vooral in de jaren ’50 (beatniks, nozems) en ’60 (beatjeugd, hippies) van de vorige eeuw opkwam, zette de jeugd zich stevig af tegen oudere generaties. Met opmerkelijk veel success. Na enige tijd leek het warempel wel of de ‘ouwe lullen’ bekeerd werden tot de jeugdcultuur, lang haar alom, zelfs bij corpsballen en in het parlement, en de cultuurhelden leken niet langer de ‘captains of industry’ en regeringsleiders.
Nadat de generaties het daarna een tijdje vooral op een akkoordje wilden gooien door te ‘onderhandelen’, is nu weer sprake van polarisatie. De grens tussen jongeren en ouderen is weer scherper, onder invloed van corona, maar ook daarvoor al.

Babyboomers krijgen al een tijdlang te horen dat ze egoïsten zijn, die de na hen komende generaties uitgezogen en afgedankt hebben. Boomers zijn allemaal steenrijk en hebben allemaal een eigen huis. In één moeite door worden ze ook nog eens verantwoordelijk gehouden voor het vrijemarktdenken en de teloorgang van de publieke sector.
Het zou komisch zijn als het niet zo’n treurigmakende generalisatie was. Veel boomers moeten het doen met een al jaren niet meer geïndexeerd klein pensioentje (of zelfs dat niet) en wonen in een huurhuis. Bovendien houden ze zich ook nog eens onevenredig vaak bezig met onbezoldigd vrijwilligerswerk. Trouwens, de aanhangers van privatisering en deregulering (de ‘wolven van Wall Street’) zijn minstens zo vaak te vinden in latere generaties.

Het blijkt een hardnekkig vooroordeel dat de babyboomers, die geboren zijn tussen 1946 en 1955, het meest hebben geprofiteerd van de na-oorlogse welvaart. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) is juist het daarop volgende geboortecohort achteraf gezien het beste af geweest. Het SCP stelde dat het netto-profijt van de overheid over de gehele levensloop juist piekt bij mensen die geboren zijn tussen ruwweg 1960 en ruwweg 1980 (de generatie Kaandorp, zeg maar). Bij generaties daarna neemt het profijt wat af, maar het blijft nog altijd boven dat van de gemiddelde babyboomer.

Wellicht speelt mee dat veel post-babyboomers gefrusteerd zijn over het huizenbezit van babyboomers, omdat hun eigen ouders hebben verzuimd een woning te kopen (en als de postboomers die wél erven, waar ze dus niks voor gedaan hebben, dan gaan ze echt niet afzien van die woning, of dat vermogen herverdelen onder leeftijdsgenoten, ter doorbreking van het ‘Pikety-principe’).

In ieder geval, terwijl millennials en ‘generatie Z’ (de zoomers:-) opgroeien met een overvloed aan speelgoed, persoonlijke aandacht, lekker eten en dure vakanties, moesten de boomers de schaarse ruimte, middelen en aandacht delen met vaak veel broers en zussen. Later in hun leven moesten ze hun plek bevechten, zeker als ze vrouw of homo waren of uit de lagere (midden)klasse kwamen. Boomers toentertijd hadden nog nooit gehoord van comazuipen, feesten op Chersonissos of borstvergrotingen.

Maar ja, de anti-babyboomgeluiden zijn kennelijk aangeslagen. Onlangs beweerde Gerard Marlet, econoom en historicus (ach ja), dat de stad ongeschikt is voor ouderen, en bij uitststek het domein van de jeugd. Senioren hebben niet zo veel aan de stad, en de stad heeft niet zo veel aan senioren. De stad floreert, omdat hij een broedplaats is van jong en creatief talent. Of ouderen maar willen verkassen. Als ze dan zo nodig nog af en toe naar de stad willen komen, dan kunnen ze heel goed gebruik maken van het openbaar vervoer uit de dorpen rondom, wat, zoals algemeen bekend, meer dan voortreffelijk is.

En toen kregen we corona. En was het hek van de dam. Gelukkig lang niet bij alle jongeren. De meesten hielden in het begin van de crisis wel degelijk rekening met ouderen. Meer dan mij lief was. De lockdown hoefde voor mij niet zo nodig (zie https://boombabyboom.nl/boomer-en-corona/).
Maar er was ook een grote groep die vond dat ouderen maar in hun hok moesten blijven. Vanwege corona moeten de ouderen maar uit de kroeg wegblijven, orakelde de fractievoorzitter van D66 Amsterdam, tevens kroegbaas, bang voor zijn omzet.
En volgens BNR-columnist Marianne Zwagerman staan ouderen zowiezo op omvallen. Het is “krankzinnig … dat wij door de coronacrisis de welvaart van onze kinderen naar de klote helpen uit onvermogen om te accepteren dat oude mensen een keer dood moeten. Terwijl corona best ‘eerlijk’ te werk gaat. De zeis gaat vooral door het dorre hout, de leeftijd van de slachtoffers is hoog.”
Ziekenhuisbestuurder Rob Dillmann vond dat de overheid „risicogestuurd” moest gaan werken en dus onderscheid moest maken tussen oudere mensen en jongeren, die minder risico lopen om met het coronavirus besmet te raken. Mensen die weinig risico lopen en jonger zijn dan zestig jaar moesten volgens Dillmann eerder weer naar het café kunnen en naar feestjes en festivals. Voor oudere mensen gold dat niet, die moeten we blijven ‘beschermen’.

Maar zo’n uitzonderingspositie, gebaseerd op discriminatie en ‘hokjesdenken’, is aan in ieder geval deze babyboomer niet besteed. En meer boomers zullen er zo over denken. Die groep is enorm gevarieerd en draagt actief bij aan de samenleving. Er zijn 3,3 miljoen 65-plussers in Nederland: werkenden, mantelzorgers, kinderoppassers, vrijwilligers, gepensioneerden en een relatief kleine groep zorgafhankelijken. De meerderheid is zelfstandig, verkeert in goede gezondheid en werken en reizen is voor hen heel gewoon.

Bescherming en opsluiting is nergens voor nodig. Laten we langzamerhand terugkeren naar een nieuw normaal, zonder lockdown. En bij een nieuwe uitbraak gewoon accepteren dat de behandelmogelijkheden voor boomers beperkt zijn. Ze kunnen nog altijd kiezen voor een zelfopgelegd isolement. Al zou het, zoals eerder betoogd, wel mooi zijn wanneer ze kunnen beschikken over een coronapil, mochten ze het slachtoffer worden.

In coronatijd is het makkelijk scoren om jongeren tegenover ouderen te plaatsen en te praten over een leeftijdseconomie. Hopelijk blijft corona weg en verdwijnt ook het hokjesdenken blijvend. Het moet maar eens afgelopen zijn met ‘boomer bashen’. De post corona tijd vraagt, nee, schreeuwt om een nieuw groot verhaal, een duurzamer samenleving, meer tolerantie en afscheid van het identiteitsdenken, onder andere op basis van leeftijd.

[sc_embed_player autoplay=true fileurl=”https://boombabyboom.nl/wp-content/uploads/2012/12/Boom-Baby-Boom-kort.mp3″]

2 gedachten over “Boomer bashen in tijden van corona

  1. Gemma voet

    Hoi Hans.

    Je verhalen gelezen en natuurlijk heel herkenbaar aangezien ik een generatiegenoot ben.
    Het gebeuren in Stockholm staat natuurlijk op zich zelf en is shockerend als je achteraf moet lezen wat deze verknipte gast een door jou geïntroduceerde vriend heeft aangedaan.

    Bij deze wil ik ook reageren op de generaties na ons die de babyboomers verwijten grote kapitalisten te zijn geworden.
    Kan me enigszins indenken dat ze vinden dat we a.h.w. slapend rijk zijn geworden, maar daarbij vergeten dat wat jij terecht aanhaalt, wij met ontzettend weinig geld moesten rond komen.
    Dat voor ons geen enkel probleem was, aangezien we ons nieuwe avontuurlijke keven geweldig spannend vonden. Het was de de tijd dat wij de maatschappelijke grenzen verlegden. We waren spelers in ’t veld, die en dat is het verschil met nu, massaal er tegen aan gingen.
    Studenten revoltes in Europa; grote demonstraties tegen de Vietnam oorlog;ban de bom en noem maar op. De stad, de wereld was van ons.
    Ook geen beangstigende toekomst en het gevoel in een prestatie maatschappij te moeten leven.
    Ouder wordend hebben velen van ons zich wel gevoegd naar de maatschappelijke spelregels maar een flink aantal generatiegenoten bleef toch politiek bewust en actief.
    In de jaren tachtig van de vorige eeuw was nog wel sprake van massaal verzet, o.a. tegen de kruisraketten en werd er te lande nog veel gekraakt.
    Nu is het krakken van huizen praktisch onmogelijk gemaakt door de strenge wetgeving en het is jammer en ook dat er geen nieuwe grote beweging ontstaat met een lange adem.
    Wie weet wat de toekomst gaat brengen, maar met de huidige verharding lijkt het mij moeilijk om een zelfde speelsheid te behouden die ons eigen was.
    Tot zo ver.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *