Dienstplicht

Militaire dienstplicht, het bestond nog in de jaren zestig van de vorige eeuw. In principe moest iedere jongen vanaf zijn achttiende verplicht ‘onder de wapenen’, zodat hij zijn land leerde verdedigen in geval van oorlog. Toen ik aan de beurt was, was de duur van de dienstplicht nog anderhalf jaar. Je moest er toen nog uitzien als een echte militair. Dat betekende een aan de zijkant opgeschoren en van boven heel kort geknipt hoofd. En dat midden jaren zestig, de tijd van Beatles en Stones, van het ‘langharig tuig’.

Geen sprake van dat je daaraan meedeed. Zo’n militair koppie, dat was echt geen optie. Bovendien, je liet je toch zeker niet commanderen door het militair-industriële complex. Alle jongens uit het groepje waar ik toe be­hoor­de, wilden dan ook onder militaire dienst uitkomen. Dus je moest je laten afkeuren, lichamelijk of geestelijk. Dat was nog niet zo een­voudig. Enkelen lukte het op de keuring, de anderen moesten het achteraf voor elkaar zien te krijgen, wanneer ze al in dienst waren. Ik behoorde tot die laatste categorie ongelukkigen.

Ik was natuurlijk niet geheel onvoorbereid op wat me te doen stond om afgekeurd te worden. Je op S5 (geestelijke instabiliteit) laten afkeuren, dat was te doen, wisten verschillende ervaringsdeskundigen. Gedraag je zo gek mogelijk: raar kijken, niet praten, niet kunnen eten…, van die dingen. En als je dat niet gemakkelijk afgaat, slik pillen waar je sowieso mal van wordt. Het werden dus pillen. En dat heb ik geweten.

In de kazerne slikte ik een tripmiddel. Wat te veel, zo bleek. Een uur of wat later werd ik gevonden op het toilet, omdat mijn benen onder het klapdeurtje uitstaken. Volledig verdwaasd werd ik daarna mee­gevoerd om allerlei formaliteiten te ondergaan, onder andere een militaire pasfoto laten maken. Als ik die foto nu weer bekijk, dan geloof ik die ogen niet. Ik bevond me op een andere planeet. Maar ik had me in ieder geval in de kijker gespeeld.

Gedurende de eerste twee weken van mijn militaire dienst (het eerste weekend mocht je niet naar huis) spande ik me tot het uiterste in om in negatieve zin op te vallen. Dat lukte aardig, door inderdaad raar te kijken, met niemand te praten en, vooral, niet te eten. Daarbij moest je natuurlijk niet laten blijken dat je dat allemaal met opzet deed. Nee, je deed ontzettend je best. Je deed met alles mee, marche­ren, hardlopen, schieten, enz., maar het ging gewoon niet. Dat was nog lastig vol te houden, allerlei aardige jongens in de groep wilden weten wat er met je aan de hand was, wilden je helpen… Nou net het laatste waar je behoefte aan had.

Na enige tijd werd het zaak iets beslissends te for­ceren. Weg­lopen wil nog wel eens helpen, had ik gehoord. De eerste keer dat ik het van plan was, mislukte, omdat ik in slaap viel. De tweede keer ging het goed, te goed. Ik had verwacht en gehoopt dat ik betrapt zou worden wanneer ik over het hek klom: er zou immers wel iemand op wacht staan. Maar nee, ik kwam niemand tegen en voor ik het wist stond ik op straat. Eigenlijk had ik toen geen plan meer. En begon dus maar te lopen in de richting van waar ik een grote weg wist. Om dan in godsnaam maar de borden in de richting van mijn ruim honderd kilometer verder gelegen woonplaats te volgen. Ik zou onderweg toch wel ergens opgepakt worden als ik zo in de nacht in mijn eentje in een militaire outfit over de straat zwierf.

Dat viel nog tegen. Pas na een uur of wat zag ik bij een benzinestation mijn kans: een politie­wagen! Ik liep er dicht langs, maar er gebeurde niets. Even dacht ik er over om weer terug te lopen, maar dat was wat al te nadrukkelijk, mochten ze me toch gezien hebben. Ik maakte mijn kleding nog wat slordiger en ging midden op de weg lopen. Na een minuut of tien bleek het toch gelukt, de politiewagen kwam achterop en informeerde wat de bedoeling was. Niet veel later zat ik in een cel op het politiebureau, van waaruit ik weer naar de kazerne werd teruggebracht. Nu was ik officieel ‘een geval’ en moest snel daarna naar de psychiater. De man had duidelijk zijn buik vol van types als ik en of ik al dan niet simuleerde leek hem niet te interesseren. Twee dagen later kwam er een eind aan mijn militaire carrière.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *