Babyboomer. Je zult het maar zijn.
Goddank na de oorlog geboren. Dus die ellende gemist. Vaak in betrekkelijke armoede opgegroeid. Dus dat kon alleen maar beter worden.
Ook muzikaal gezien. Begin jaren vijftig was het tamelijk droevig gesteld met wat er op radio aan ‘populaire muziek’ te horen was. Maar er kwam flink leven in de brouwerij. Rock ’n roll en nozems, jazz en beatniks; opwinding alom voor wie er naar op zoek was.
Het waren ook simpeler tijden, de middenstand had niet veel op met moderne fratsen. Je kapper bijvoorbeeld zag je al aankomen als je vond dat het tijd werd voor een radicaal andere haarstijl. Dat kon je dan beter zelf doen.
Je had natuurlijk geen geld voor treinreisjes naar het buitenland (laat staan voor vliegreisjes), maar je kon wel gaan liften. Waarom zou je bijvoorbeeld niet gewoon een paar weken naar Barcelona gaan, als je met je vakantiebaantje eenmaal zo’n honderd gulden had verdiend.
Zo’n buitenlandse reis kon ook (bijna) helemaal verkeerd aflopen. Je kon zomaar betrokken raken bij iemand die een afschuwelijke sadistische daad pleegde. Ik hield er het gevoel aan over dat ik door het oog van de naald ben gekropen.
En militaire dienstplicht, het bestond nog in de jaren zestig van de vorige eeuw. Je moest er toen nog uitzien als een echte militair, een opgeschoren en heel kort geknipt koppie. En dat midden jaren zestig, de tijd van Beatles en Stones, van ‘langharig tuig’. We dachten van niet. Dus je ging je laten afkeuren, lichamelijk of geestelijk, wat nog niet zo eenvoudig was.
En eind jaren zestig leek het zelfs even alsof de wereld om jouw generatie draaide. Geen wonder dat mei ’68 zo’n aantrekkingskracht uitoefende op jongeren.